Onderwijskwaliteit van de opleiding
Onderwijskwaliteit staat centraal aan de VUB. Dat zeggen we niet zomaar: we nemen regelmatig onze opleidingen vakkundig onder de loep om ze af te stemmen op de veranderende noden van onze studenten in een snel veranderende samenleving. De ingenieursopleidingen in Vlaanderen worden bijkomend gevisiteerd door een externe commissie: Commission des Titres d’Ingénieur (CTI, Frankrijk).
Onderstaande publieke informatie maakt deel uit van het kwaliteitszorgsysteem van de Vrije Universiteit Brussel en werd bekrachtigd door de Academische Raad op 19/06/2023.
Troeven van de opleiding
-
Technologie én wetenschap: de opleiding kiest resoluut voor een brede opleiding waarbij zowel technologische als wetenschappelijke kennis en vaardigheden aan bod komen. In de eerste twee jaren wordt een gemeenschappelijke basis bijgebracht. In het derde jaar kiezen de studenten een profiel waarna ze nog steeds de vrijheid hebben - dankzij hun brede basis - om een master naar keuze aan te vangen.
-
Nauw contact studenten en docenten: het regelmatige, gemakkelijke en intense contact tussen docenten en studenten, gefaciliteerd door de relatief kleine studentengroepen, wordt erg geapprecieerd door zowel de studenten als de docenten.
-
Projectwerk: de opleiding zet, naast wetenschappelijke vaardigheden, in op projectwerk waarbij studenten leren samenwerken en verschillende professionele rollen aannemen. Daarnaast trainen studenten communicatievaardigheden door presentaties te geven en doorheen de opleiding kennis te maken met mondelinge examens.
Ontwikkelkansen
- Door vaker externe lesgevers uit de industrie te betrekken bij het onderwijs, kan de band met de industrie aangehaald worden en de studenten een bredere waaier van ervaringen aangeboden worden.
- De internationale expertise van lesgevers vaker aanwenden in het onderwijs zou het curriculum verrijken met meer internationalisation@home-opportuniteiten.
- Het inzetten op nauwere relaties met secundaire scholen kan enerzijds de instroom verhogen. Anderzijds kan een betere kennis van elkaars verwachtingen en het behaalde kennisniveau de stap van het secundair onderwijs naar de universiteit verkleinen.
- Het onderzoeken naar de mogelijkheden van het oprichten van een bacheloropleiding in samenwerking met andere universiteiten, naar het voorbeeld van de BRUFACE masters, kan verder de diversiteit van de instroom vergroten.
Waar is de opleiding nu al mee bezig?
- Er wordt een visie uitgewerkt met duidelijke richtlijnen om het gebruik van verschillende innovatieve en digitale onderwijsvormen en -technieken te stroomlijnen doorheen de opleiding. Op die manier wil de opleiding een wildgroei aan digitale tools vermijden en is het leerplatform voor studenten én docenten transparanter en meer gestructureerd.
- Er werd een nieuw vak ontworpen waarbinnen het verplichte remediëringstraject voor studenten die niet slagen voor de starttoets geïmplementeerd wordt. De opleiding volgt dit vak van nabij op om zo snel mogelijk te kunnen reageren op signalen.
- De opleiding introduceert een projectweek waarbij samengewerkt wordt tussen de bachelorstudenten ingenieurswetenschappen, architectuur en industriële wetenschappen. Dit gebeurt op basis van feedback van kandidaat-studenten die aangeven projectwerk erg belangrijk te vinden. Daarmee wordt ook het belang van interdisciplinair samenwerken, duurzaamheid en ethiek voor de ingenieurs van morgen nog eens onderstreept.
- De opleiding wil een beter inzicht krijgen in de redenen waarom studenten al dan niet slagen in hun driejarig bachelortraject. Samen met de steun van de collega’s uit de faculteit psychologie wordt een onderzoek uitgevoerd bij de studenten. Met de resultaten wil de opleiding gericht aan de slag om struikelblokken uit de weg te helpen alsook studenten tijdig kunnen heroriënteren.
Bij wie peilen we naar de kwaliteit van onze opleidingen?
Als universiteit bieden we onze studenten geregeld de kans om hun ongezouten mening te geven over hun opleiding tijdens hun academische loopbaan. We gaan ook te rade bij onze docenten en assistenten en we peilen naar de verwachtingen van het toekomstige werkveld. Om steeds de vinger aan de pols te houden, bevragen we regelmatig onze oud-studenten die ondertussen al aan de slag zijn in de sector en vergelijken we met andere universiteiten in binnen- en buitenland. Elke zes jaar vindt een Peer Review plaats waarbij een panel van experten sterktes bevestigt en aanbevelingen kan formuleren. Tot slot maakt de Kwaliteitsraad Onderwijs een finale beoordeling in een Borgingsbesluit.
Kwaliteitscyclus
Elke opleiding doorloopt een zesjaarlijkse cyclus om de onderwijskwaliteit te garanderen. De planning voor deze opleiding wordt in onderstaande tijdslijn weergegeven.