Hoopgevend nieuws uit het basisonderwijs. Nadat ze op drie jaar tijd bijna een jaar vertraging opliepen, scoorden onze twaalfjarigen in juni voor het eerst weer beter voor begrijpend lezen. Is de kentering daarmee ingezet? Professor Julie Deconinck hoopt van wel. âOm goed te leren lezen, moet je kilometers maken. Veel lezen dus. Dat vergt motivatie en focus. Voor deze generatie wil dat zeggen: niet bezwijken voor de lokroep van de sociale media.â
Julie Deconinck kent haar pappenheimers. Ze doceert Engels en vertaalkunde aan de bachelor-studenten van de opleiding Toegepaste Taalkunde en literair vertalen in de master Vertalen. Op de SID-in beurs slaat ze graag een praatje met jongeren die - vaak dankzij een bevlogen leerkracht - in de talen of literatuur zijn gedoken of die later graag âiets met communicatieâ willen doen.
Julie Deconinck: âDe studiekiezers zelf zijn meestal enthousiast. De ouders zie je soms twijfelen. Die zijn bezorgd over de toekomstperspectieven voor hun kind, zeker als deze als eerste van de familie naar de universiteit gaat. Begrijpelijk, want studeren is een fikse investering.â
Hoe trek je die ouders over de streep?
âWie van een taal houdt en ze tot in de puntjes leert beheersen, kan van die passie zeker een beroep maken. Taal wordt dan een romance voor het leven.â
Hebben we toch niet vooral ingenieurs, harde wetenschappers en artsen nodig om de grote uitdagingen van deze tijd aan te gaan?
âNatuurlijk hebben we die nodig. Maar die jobs vergen samenwerking. En om samen te werken, moet je goed kunnen communiceren, met elkaar en met de rest van de maatschappij. En dat in een wereld die steeds complexer wordt, met de klimaatcrisis, opflakkerende conflicten, groeiende ongelijkheid, desinformatie,⊠. Daar komen taalkundigen, vertalers en andere communicatiespecialisten op de proppen. Zij bouwen bruggen, verbinden gemeenschappen over taalbarriĂšres heen en leggen ingewikkelde kwesties uit, op het niveau van elke doelgroep en met de nodige nuance.
Welke vaardigheden pikken taalstudenten op tijdens hun studies?
âZe leren hun gedachten ordenen en zich precies en helder uitdrukken. Ze ontdekken hoe ze uit een overvloed van informatie de kernboodschap kunnen distilleren. Ze leren ook verbanden leggen en abstract denken. Dat zijn stuk voor stuk vaardigheden die op de arbeidsmarkt breed inzetbaar zijn. Kijk maar eens op de website van âDuik in taalâ, een campagne van het Vlaamse talenplatformâ
Zijn de alarmsignalen over het taalniveau van âde jeugd van tegenwoordigâ terecht, vindt u?
âIn de twaalf jaar dat ik in deze opleiding sta, heb ik de lees- en schrijfvaardigheid wel wat achteruit zien gaan. Lange teksten verwerken en tussen de lijnen door lezen, gaat vaak moeilijker voor hen. In gesproken taal is het omgekeerde waar. Deze generatie studenten is sterker en creatiever in presenteren, maakt vlotter gebruik van communicatietools en beeldmateriaal en denkt beter na over hoe ze hun boodschap het beste kunnen verpakken. Ze hĂ©bben ook een boodschap. Jongeren informeren zich beter dan onze generatie over sociale en politieke themaâs. Als ze door een thema gepassioneerd worden, zoeken ze daar alles over op en engageren ze zich enthousiaster dan ooit.â
Hoe erg is het, dat ze meer moeite hebben met lezen en schrijven?
âDaar moet echt aan gewerkt worden. Alles begint met lezen. Je kunt bijvoorbeeld niet goed leren schrijven als je niet goed leert lezen. En om goed te leren lezen, moet je kilometers maken. Veel lezen dus. Fictie, de krant, essays, dat maakt niet zoveel uit. Het grote probleem daarbij is blijkbaar een gebrek aan motivatie en focus. Kinderen en jongeren kunnen hun aandacht moeilijker bij een lange tekst of een boek houden dan vroeger.â
Corona zal daar geen deugd aan gedaan hebben?
âDat klopt, maar het zijn toch vooral de sociale media die voor afleiding zorgen. Dat is jammer. Graag lezen noem ik soms een soort van superkracht. Je slaat een boek open en verdwijnt in een andere wereld, in een verhaal dat de ruis in je hoofd en van de wereld helemaal overstemt. Via literatuur kom je tot de kern van wat de menselijke conditie is. En lezen is gewoon heel fijn. Op dat vlak ben ik niet jaloers op deze generatie. Wij moesten ons niet losscheuren van een smartphone of sociale media.â
Verschillende bronnen lezen is ook nuttig om goed geĂŻnformeerd te zijnâŠ
âMet TikTok alleen zal dat allicht niet lukken. Door de algoritmes van de sociale media krijg je alleen nog informatie te zien die je eigen perspectief bevestigt. Dat geldt voor ons allemaal, maar als kritische student mag je zeker niet in die echokamer blijven hangen.â
Conclusie: het onderwijs moet inzetten op lezen?
âLeerkrachten beseffen dat beter dan wie ook. Ze halen alles uit de kast om hun leerlingen aan het lezen te krijgen. Het lijkt me een goed idee om scholieren zoveel mogelijk autonomie te geven in wat ze lezen. Het hoeft geen literatuur met een grote L te zijn. Als ze maar lezen. Zo ontwikkelen ze een oor voor een taal en de cultuur erachter. Je kunt ook hun nieuwsgierigheid prikkelen. Ik had vroeger een leerkracht die een verhaal voorlas en stopte op een spannend moment. Dan werden we vanzelf benieuwd naar het vervolg. De truc met de cliffhanger.â
AI: "Het is een ongelofelijk instrument, maar je moet er kritisch en ethisch mee omgaan."
Studenten studeren tegenwoordig samen, om aan de verleiding van de sociale media te weerstaan. Misschien moeten ze ook samen lezen?
âWaarom niet? De partner van een collega baat een plantenwinkel / koffieshop uit en organiseert daar regelmatig silent reading sessies. Dat slaat blijkbaar aan.â
Hoe sta je tegenover spel- en andere schrijffouten? Oudere mensen klagen soms dat we de strijd opgegeven hebben.
âHebben we dat? Ik vind van niet. Jongeren moeten wel begrijpen dat een dt-fout geen kwaad aan in een chat met vrienden, maar je wel zuur kan opbreken in een sollicitatiebrief.â
Jonge mensen gebruiken graag letterlijk vertaald Engels. Ze zeggen âop het einde van de dagâ (âat the end of the dayâ) als ze âuiteindelijkâ bedoelen en âik zie jeâ (âI see youâ) als ze hun waardering voor een andere persoon willen uitdrukken.
âHet Engels is een culturele pletwals. Daarom pleit ik voor vertaaloefeningen, ook in de middelbare school. Als je de boodschap uit de brontaal getrouw wil weergeven in de doeltaal, word je verplicht om equivalenten te zoeken die er inhoudelijk en qua gevoelswaarde zo dicht mogelijk bij aansluiten. Zo verrijk je je woordenschat. Je ervaart dan ook dat je een boodschap in de ene taal niet op dezelfde manier kan uitdrukken in de andere. âIk zie het niet zittenâ laat zich bijvoorbeeld niet letterlijk naar het Engels vertalen. Tegelijkertijd leer je ook dat je een bepaalde boodschap op verschillende manieren kan overbrengen in elke taal, weliswaar met kleine nuanceverschillen. Dat maakt het ook zo boeiend! Je toetst af wat mogelijk is in een bepaalde taal en wat niet, wat de limieten zijn van wat je kan vertalen. Uiteindelijk merk je dan dat je veel meer kan zeggen dan je vooraf dacht.
Kunnen ChatGPT en andere AI-tools daar ook bij helpen?
âVanaf volgend jaar starten we in het tweede bachelorjaar van de opleiding Toegepaste Taalkunde met het vak Taal en AI. We vinden het belangrijk dat studenten met artificiĂ«le intelligentie leren werken. Het is een ongelofelijk instrument, maar je moet er kritisch en ethisch mee omgaan.â
Zal AI menselijke communicatie vervangen en communicatiejobs overbodig maken?
âAls ik bij een klantendienst kan kiezen tussen een robot of een mens, dan kies ik toch voor de medewerker van vlees en bloed. Menselijke communicatie en de verbinding die daardoor ontstaat, zal altijd belangrijk blijven. Onze studenten hebben dit jaar een oefening gemaakt waarbij ze via prompts aan ChatGPT teksten produceerden en die kritisch met elkaar vergeleken. Het resultaat zag er goed uit, maar ook formulaĂŻsch â het werd allemaal een beetje eenheidsworst. Terwijl het voor een communicatie-expert zo belangrijk is om je eigen stem te vinden.â
Bio Julie Deconinck
Professor Julie Deconinck maakt deel uit van de onderzoeksgroep Brussels Centre for Language Studies (BCLS) van de VUB. Dit centrum voor taalwetenschappers is verbonden aan de vakgroep Linguistics and Literary Studies, die twee opleidingsluiken overkoepelt: Taal- en letterkunde (inclusief de nieuwe Engelstalige bacheloropleiding Linguistics and Literary Studies) en Toegepaste taalkunde (met de masters Vertalen, Tolken en Journalistiek).