VUB-politicologe vraagt in een opiniestuk in de Standaard eens goed na te denken voordat u het stemhokje in gaat. U vindt het hier.
‘Baas in eigen buik’ en ‘Gewenste kinderen – gelukkige kinderen’ waren twee van de slogans van de vrouwenbeweging in de lange abortusstrijd van de jaren 70 en 80, die leidde tot de liberalisering van abortus in 1990. De twee slogans vatten goed samen waar het de vrouwenbeweging om te doen was. Als een vrouw beslist dat ze een zwangerschap niet kan voldragen en niet in de mogelijkheid is om een kind in goede omstandigheden op de wereld te zetten, moet die beslissing gerespecteerd worden. Je kunt er best wel op vertrouwen dat vrouwen die beslissing in eer en geweten nemen.
Het is ook daarom dat de vrouwenbeweging zich meteen kantte tegen een bedenktijd tussen de aanvraag voor een abortus en de uitvoering ervan. Die betuttelende ‘bezinningstijd’ is vernederend, alsof vrouwen zonder nadenken om een abortus zouden vragen.
Het abortusthema staat weer op de politieke agenda. Met het voorstel dat nu voorligt, zou die bedenktijd worden ingekort (van zes naar twee dagen), maar vooral zou de periode waarin vrouwen kunnen beslissen om de zwangerschap al dan niet voort te zetten met vijf weken verlengd worden (van 12 naar 18 weken). Vrouwen die pas na drie maanden weten dat ze ongewenst zwanger zijn, zouden niet meer naar Nederland hoeven te reizen om een abortus te krijgen, maar dicht bij huis discreet geholpen kunnen worden. Minder vrouwen zouden tegen hun wil een zwangerschap moeten uitdragen, bevallen en een kind hebben.
Dat abortus nu weer op de agenda staat, kun je niet los zien van de nakende verkiezingen. Om in 2019 de Vivaldi-coalitie mogelijk te maken werd op vraag van CD&V afgesproken om de verlenging van de abortustermijn niet tot een stemming te brengen. Nochtans was daar in de Kamer een meerderheid voor.
Afspraak vervalt
Samen met de verkiezingen komt ook de vervaldatum van die afspraak in zicht, en de partijen aan de linkerkant van het ideologische spectrum willen hun meerderheid verzilveren. Freya Van den Bossche (Vooruit) kondigde al aan dat abortus voor haar een belangrijk verkiezingsthema is en ook PVDA-PTB, de liberalen en de groenen willen de termijn op 18 weken brengen (al willen de groenen CD&V er niet af rijden).
CD&V en N-VA zijn tegen de uitbreiding van de termijn tot 18 weken – voor CD&V lijkt een uitbreiding tot 14 weken bespreekbaar. Vlaams Belang wil de wet van 1990 ongedaan maken en is dus uiteraard tegen elke uitbreiding. Als het aan die partij lag, deed iedere vrouw haar ongewenste zwangerschap uit, behalve als haar leven in gevaar is, het kind niet levensvatbaar is en in geval van verkrachting.
Mocht u nog niet weten voor wie u bij de volgende verkiezingen zult stemmen, dan kunnen die standpunten over abortus misschien helpen. Stel je voor dat je een erg onregelmatige cyclus hebt en van alles aan je hoofd, en je komt pas na drie maanden tot de conclusie dat je ongepland en ongewenst zwanger bent. Kinderen hebben was iets waar je zelfs nog nooit over nagedacht had, laat staan dat je leven erop afgestemd is. Of je kinderwens is al vervuld en je zit al in een heel andere fase van je leven. Of de professionele, financiële of familiale context verandert na die drie maanden dramatisch, waardoor je een kind geen warm nest kunt bieden.
Mocht u, uw dochter of uw partner zich in een van die situaties bevinden, welke partij wilt u dan dat het voor het zeggen heeft? Wilt u dan een linkse of een rechtse coalitie? Een rechtse coalitie met Vlaams Belang? Veel kiezers denken dat het al bij al niet veel uitmaakt voor welke partij ze stemmen. In het geval van een ongewenste zwangerschap – en studie na studie wijst uit dat het ons allemaal kan overkomen, zelfs met contraceptie – kan het wel degelijk een wereld van verschil uitmaken.
Eenheidsworst
Abortus maakt politiek heel persoonlijk. Net daarom hoop ik dat abortus een verkiezingsthema wordt. Als we straks partijvoorzitters- en lijsttrekkersdebatten hebben over abortus, dan wordt het voor kiezers voor wie politiek eenheidsworst lijkt, misschien duidelijker dat stemmen voor de ene dan wel voor de andere partij er echt toe kan doen.
Ik vond het niet alleen verbazingwekkend, maar vooral een gemiste kans dat geweld op vrouwen en meisjes geen centraal thema was bij de vorige verkiezingen van 2019. Nochtans vond toen in de verkiezingsmaand mei, vlak voor de stembusgang, de verkrachting en moord op Julie Van Espen plaats. 15.000 mensen trokken op in een stille mars tegen seksueel geweld, maar er vond geen groot voorzittersdebat plaats over hoe de publieke ruimte veiliger te maken voor vrouwen en meisjes.
Er zijn nog heel wat andere thema’s waarvan we weten dat ze de samenleving sterk beroeren – denk aan kindermisbruik in de kerk – maar die het niet zo snel tot verkiezingsthema schoppen. Nu lijkt het wel alsof alle politieke partijen over die thema’s op dezelfde lijn zitten: natuurlijk zijn ze allemaal tegen seksueel geweld op vrouwen en kinderen. Maar willen ze daar wel even hard werk van maken, en hoe willen ze dat doen? Wilt u dat niet weten vóór u uw stem uitbrengt?