In Bolivia staat de traditie van het weven en dragen van ceremoniële kledij onder grote druk. Dat is niet onschuldig. Met kleding drukt de inheemse bevolking haar culturele identiteit uit. De expo The resistance of textiles is het resultaat van interdisciplinair onderzoek naar de betekenis van deze kledij. Het is gebaseerd op het doctoraat van de Boliviaanse VUB-student Maria Isabel Rojas. Gerrit Loots is emeritus professor aan de VUB.
The resistance of textiles is van 5 tot 16 februari 2024 te zien op de VUB Main Campus in Etterbeek (Atrium Gebouw I) en is het resultaat van een samenwerking tussen de departementen Sociologie, Rechten en Pedagogische Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Brusselse RITCS kunstschool.
Wat is het verhaal achter de traditionele textielnijverheid in Bolivia?
Maria Isabel: ‘De traditie is eeuwenoud. Voor de inheemse volkeren heeft deze kledij, met heel specifieke kleuren en een eigen iconografie een betekenis. Het is bijvoorbeeld een manier om boodschappen van de goden te verspreiden. Toen de kolonisatoren in de zestiende eeuw zich dat realiseerden, riepen ze allerlei verboden uit. Maar de inheemse volkeren hebben die tot op de dag van vandaag naast zich neergelegd, vandaar de titel The resistance of textiles. Vasthouden aan deze traditie is voor inheemse volkeren een vorm van verzet, een manier om op te komen voor hun cultuur en hun rechten. De kleuren, iconografie en materialen zijn wel wat veranderd sinds de Inca-tijden, zo worden er tegenwoordig chemische kleurstoffen gebruikt, maar de betekenis van deze kledij is altijd hetzelfde gebleven.’
Hoe komt het dat de traditie van het weven en dragen van ceremoniële kledij in Bolivia na eeuwen van verzet vandaag dan onder druk staat?
Gerrit: ‘Door de verboden heeft ze altijd onder druk gestaan. Maar bijkomend is dat veel jonge mensen uit afgelegen dorpen hun gemeenschappen verlaten en de tradities niet meer overgeleverd krijgen. Die jongeren trekken naar de steden en dromen ervan om naar de VS of Europa te gaan, want daar speelt het echte leven zich in hun ogen af. Ook dat idee is een gevolg van de eeuwenlange kolonisatie. Volkeren die worden gekoloniseerd, zijn zogenaamd ‘onderontwikkeld’. De kolonisatie zou voor hen de modernisering in gang zetten. Alles wat te maken heeft met hun traditie behoort tot een lage, minderwaardige cultuur.’
Met welke blik kijken wij vanuit het westen naar die traditie?
Gerrit: ‘Veel mensen vinden zo’n poncho in de eerste plaats iets exotisch of folkloristisch. Al komt er stilletjes een tegenbeweging op gang. De globalisering heeft veel destructie veroorzaakt, onder meer voor het klimaat… Steeds meer mensen realiseren zich dat er wat te leren valt van de holistische visie van inheemse volkeren. In die visie is alles met elkaar verbonden, zijn we als mens maar een klein deel van een groter geheel en is er een veel groter ontzag voor de aarde en natuur. Interesse in die denkwijzen hangt nauw samen met respect voor het textiel dat hiervan een uitdrukking is.’
Is die shift in denken ook in Bolivia gaande?
Maria Isabel: ‘Er zijn al lang organisaties actief die strijden voor de rechten van de inheemse volkeren. Maar hoopvol is dat het land in 2009 een grondwetaanpassing deed om de rechten van de inheemse volkeren te erkennen. Dat heeft van alles in gang gezet. Momenteel loopt er ook een aanvraag bij Unesco om de textielnijverheid te laten erkennen als Immaterieel Cultureel Erfgoed. Mensen zijn weer trots op hun afkomst. Zelfs in het parlement zie je politici soms ceremoniële kledij dragen. Maar er is nog veel ruimte voor verbetering. Zo is er bijvoorbeeld geen budget om deze weversvaardigheden aan te leren in scholen.’
Veel toeristen kopen handgemaakt textiel als souvenir. Is dat eigenlijk oké? Voor een toerist heeft zo’n kledingstuk immers een heel andere betekenis.
Laura: ‘Het is een dunne lijn. Die gemeenschappen leven van de verkoop. Ze zijn dus blij met de interesse. Tegelijk maakt die economische afhankelijkheid hen geneigd om aanpassingen te doen naargelang van de smaak van toeristen. Het is voor hen niet altijd gemakkelijk om daaraan te weerstaan. Terwijl ik denk dat je als toerist de kleuren en iconografie die zij gebruiken, moet respecteren. Daarnaast duiken er soms organisaties op die het textiel aan hele lage prijzen opkopen, maar met veel winst doorverkopen. Ook dat is een moeilijkheid waarmee de wevers moeten omgaan. Dat commerciële luik staat echter los van gebruiken als de poncho’s die bijvoorbeeld voor het carnaval worden gedragen. Dat zijn sacrale stuks die moeders voor hun zonen weven en die deel uitmaken van een culturele identiteit. Dat kun je niet uitdrukken in geld. Dat mag je niet verkopen.’
Welke boodschap hopen jullie dat er bij de bezoekers van de tentoonstelling zal blijven hangen?
Laura: ‘In België hebben we geen textieltraditie meer. In Bolivia bestaat ze wel nog. Voor mij vormt deze expo een wake-up call: we moeten koesteren wat we hebben. Anders dreigt het te verdwijnen.’
Maria Isabel: ‘Ik wil vooral sensibiliseren. Textiel is voor de inheemse volkeren in Bolivia een manier om hun cultuur te beleven en hun identiteit vorm te geven. We moeten hier respect voor hebben.’
Gerrit: ‘Ik hoop dat bezoekers zullen zien dat er achter het textielambacht een manier van denken zit en dat ze zich daardoor zullen realiseren dat onze westerse manier van denken maar een van de vele manieren van denken is. Misschien maakt het hen wel nieuwsgierig naar wat we kunnen leren van de inheemse volkeren in Bolivia. Mij zet het ook aan het denken: hoe tolerant zijn wij hier voor uiterlijke tekenen van een andere cultuur? We verbieden hoofddoeken, terwijl we ze ook zouden kunnen zien als een drager van culturele rijkdom.’
Tot slot, jullie onderzoek is niet alleen een interdisciplinaire samenwerking tussen de rechtenfaculteit, het departement sociologie en RITCS, ook de lokale gemeenschappen in Bolivia werden betrokken. Wat is het belang van Transdisciplinair Gemeenschapsgericht Onderzoek?
Gerrit: ‘In traditioneel onderzoek ga je naar een gemeenschap, verzamel je data en keer je terug naar de universiteit om die data te analyseren en te publiceren. Eigenlijk instrumentaliseer je dan je onderzoeksonderwerp. Wij wilden vertrekken van de behoeften van de lokale gemeenschap zelf. Wat is de verandering die zij willen? Wat is voor hen de betekenis van vooruitgang? We werken dus in een heel horizontale structuur. We doen onderzoek met hen, niet over hen. Dit is geen project dat wordt geschreven op een bureau in Brussel.’
Maria Isabel: ‘En dat maakt het bijzonder tijdsintensief. Je kunt niet voor twee dagen naar een gemeenschap gaan. Je moet het vertrouwen winnen.’
Bio’s
De Boliviaanse Maria Isabel Rojas is doctoraatsonderzoeker aan de rechtenfaculteit van de VUB en expert in internationale mensenrechtenwetgeving.
Gerrit Loots is emeritus-hoogleraar aan het Departement Sociologie.
Laura Vandewynckel is een interdisciplinair kunstenaar en doctoraatsonderzoeker aan VUB en RITCS.