Je kon er niet naast kijken: de kleurrijke seventies koten van architect Willy Van Der Meeren op het midden van campus Etterbeek waar decennialang zo’n 350 studenten gehuisvest waren. Ondertussen kwamen er nieuwe huisvestingen en kreeg het vroegere studentendorp een nieuwe bestemming: ‘Research Alley’.
Research Alley brengt verschillende onderzoeksteams samen. Sommige onder hen vonden al eerder hun onderkomen in de voormalige studentenkoten, zoals de Biologische Cryo-elektronenmicroscopie of het Circular Retrofit Lab. Maar ook nieuwe initiatieven schieten nu uit de grond zoals de Bioincubator Brussels en de Clean Room. Binnenkort zal nog weinig herinneren aan het studentenleven dat er zich sinds 1974 afspeelde. Tijd voor een terugblik.
In dezelfde periode dat de studentenkoten aan een tempo van negen modules per dag op de VUB-campus werden opgetrokken, zong cabaretier Wim Sonneveld in Het Dorp “De dorpsjeugd klit wat bij elkaar, in minirok en Beatle-haar en joelt wat mee met beat-muziek… dat dorp van toen, het is voorbij, dit is al wat er bleef voor mij: een ansicht en herinneringen.” Of alumni Bart Geelen, Charlotte Moerman en Geert Goessaert ‘Beatle-haar’ droegen of in minirok rondliepen op de campus is onbekend, wat ze wel kwijt willen is dat ze er de tijd van hun leven hebben beleefd.
Vrienden voor het leven
Bart Geelen is het best geplaatst om over de studentenhuisvesting van toen en nu te praten. De alumnus LO & Bewegingswetenschappen is afdelingshoofd Huisvesting aan de VUB sinds 2020. Hij had het geluk tijdens zijn eerste jaar op de blauwe koten te mogen verblijven. “Het was net Center Parcs. In elke unit gaven vier kamers direct uit op een gezellige living-keuken. Vooral in de zomer leek het op een dorp met zetels, BBQ’s en zwembadjes buiten. Ik heb er vrienden voor het leven gemaakt en er een enorme persoonlijke ontplooiing ervaren.” Daar zullen ongetwijfeld nachtelijke escapades toe bijgedragen hebben. “Ik herinner me het ontwaken bij zonsopkomst in een ander blok. Dat ik uit een raam klom en onderweg mijn spullen en herinneringen bijeenraapte om vervolgens mijn kamer te betreden.” Bart blikt met een prettig en nostalgisch gevoel terug naar waar het voor hem allemaal begon. Maar hij kijkt ook vooruit, naar de huidige wetenschappelijk invulling van deze plek. “Knap dat innovatie en historische architectuur kunnen samengaan op onze campus.”
Een muur vol anekdotes
Charlotte Moerman heeft eveneens aangename herinneringen aan de koten. Zij begon in 2015 aan de VUB met de opleiding Kunstwetenschappen & Archeologie. Na haar diploma behaalde ze een master Culturele Agogiek in 2021. Nu is ze projectcoördinator voor Jeugd en Muziek Brussel, een organisatie die educatieve muziekactiviteiten organiseert voor jongeren. “De campuskoten voelden aan als een aparte community, een andere manier van leven dan op de overige VUB-koten. Je deelde je kot met maar drie andere studenten en we hadden een grote gemeenschappelijke living met een eetruimte, meerdere zetels, een tv én de hele campus als privétuin. In de zomer vulden we een zwembadje voor de deur of organiseerden we een barbecue. Die buitenruimte was echt een luxe, zeker binnen Brussel, en ik heb die sindsdien ook wel gemist.” Het kotleven vormde haar op sociaal vlak. “Er was altijd wel iets te doen. Ik heb nu nog steeds graag veel volk over de vloer. Aangezien ons kot zo'n leuke leefruimte had, waren er continu bezoekers, bleven er bijna elke nacht mensen slapen of studeerden we er samen. Ik vond dat bijzonder aangenaam want toen ik aankwam op de VUB kende ik er niemand. Mijn kotgenoten namen mij vanaf dag één op sleeptouw. Boven onze zetel in de living begonnen we 'de muur', waar iedereen die langskwam iets op kon schrijven of tekenen. Toen ik na drie jaar wegging, was de muur helemaal gevuld met allerlei leuke anekdotes en herinneringen.”
Eye en mind openers
Geert Goessaert moet al wat dieper graven in het geheugen. De communicatieverantwoordelijke Events aan de VUB studeerde in 1983 af in de Moraalwetenschappen. “Ik zat in mijn eerste kandidatuur toen ik op het campuskot zat. Voor mij was dat een tijd van aanpassen en ontdekken, samen met studenten met verschillende achtergronden. De avonden rond de keukentafel met de vele vrienden van de bewoners waren echte eye en mind openers. Het heeft me gevormd als mens omdat ik er het gevoel kreeg dat ik eindelijk op de juiste plaats zat en omringd was door medestudenten die voor de verandering óók boeken lazen. En natuurlijk waren er de feestjes.” Geert liet zich in die periode voor één keer verleiden om te gaan betogen. “Het was de tijd dat er betoogd werd voor vrije radio’s, beeld je in! We hadden verzamelen geblazen in mijn kot, en een vriend was helemaal gekleed in een battledress met helm en laarzen. Dat leek me potsierlijk: alsof we een staatsgreep gingen plegen. Ik proestte het uit en heb hem tot op het eind van onze studentenjaren kameraadschappelijk gejend met zijn militantisme. Andere anekdotes moet ik je helaas onthouden, die zijn niet voor publicatie geschikt.”
Andere tijden
Terwijl de legendarische koten hun beste tijd gehad leken te hebben, groeide de VUB en ontstond er een tekort aan studentenkamers. Bart Geelen: “Mijn voorganger Ludo Reuter bepleitte jarenlang de noodzaak van een uitbreiding en vervanging van het kameraanbod. Voormalig rector Paul De Knop zocht én vond er de budgetten voor. De bouw van het XY-complex met plaats voor 650 studentenkamers, bijkomende auditoria en een nieuw cultuurhuis met grote moderne concertzaal en bar was de grootste bouwonderneming van de VUB in het nieuwe millennium. Om het aantal kamers op de campus van 350 naar 650 op te trekken werd in de hoogte gebouwd en dezelfde samenstelling gebruikt als in de studentenhuizen Triomflaan en Schoofslaan. Per zes kamers kwam er een robuuste keuken en een badkamer met twee douchecabines en twee wc’s. Het zijn moderne kamers met digitale sloten, efficiënte en studentproof inrichting.”
“Onze ploeg van logistieke en administratieve medewerkers staat klaar voor de dagelijkse dienstverlening en het onderhoud van de studentenhuizen. De uit- en inhuizingsperiodes zijn daarbij heel intensief: jaarlijks komen er 850 nieuwe bewoners voor 1.540 plaatsen en het aantal te verwerken aanvragen is verdubbeld naar 5.000”, zegt Bart Geelen. “Omdat studenten maximaal drie jaar bij ons op kot verblijven, is het moeilijk om een goede band tussen de kotgenoten onderling en met het personeel te scheppen. Maar door units met zes studenten te creëren, bevorderen we de sociale cohesie, zo’n co-housing unit functioneert als een microkosmos. Het is daarnaast een grote uitdaging om het groeiend aantal nieuwe kotbewoners mee te krijgen in het duurzaam VUB-verhaal. We leren hen daarom respectvol om te gaan met de voorzieningen, energie en materialen.”
De dienst Huisvesting van de VUB waakt nu over vijf locaties met koten voor 1.540 studenten.