Onderzoekers van verschillende andere Nederlandse en Belgische universiteiten en onderzoekstinstellingen, waaronder de VUB, tonen aan dat niet alleen planten te lijden hebben van het stikstofoverschot in de natuur. In Vlaanderen is dat vooral toe te schrijven aan de landbouw. Uit de studie blijkt dat evengoed de fauna, die van die planten leeft, last heeft van de toenemende verruiging van sommige landschappen. Die verruiging zorgt voor een krimpende soortenrijkdom, waarvan de voedingswaarde en de mineralogische samenstelling bovendien verandert? Hierdoor krijgen ook gespecialiseerde dieren het moeilijk, waardoor ook daar dan een verarming van de soortenrijkdom optreedt.
“Door de mens veroorzaakte verhoogde stikstofdepositie verandert de bodemkwaliteit in van nature voedselarme ecosystemen”, zeggen de wetenschappers in een persmededeling. “Als gevolg daarvan veranderen ook de leefomstandigheden voor planten- en diersoorten. Dergelijke veranderingen zijn deels goed zichtbaar in het veld. Zo worden plantensoorten die profiteren van extra stikstof vaak dominant, wat leidt tot vergrassing van de heide of tot veel bosbes of braam in het bos.”
“In het verleden werd hiervoor vooral naar de gevolgen voor de planten gekeken”, zegt mede-auteur professor Harry Olde Venterink van de VUB-vakgroep Biologie. “Nu hebben we onder leiding van Joost Vogels van de Radboud Universiteit in Nijmegen de gevolgen van de stikstofdepositie op de fauna bekeken aan de hand van een omvangrijke literatuurstudie. En ook daar blijkt de situatie erger dan verwacht. Door de veranderde verhouding van voedingstoffen in de planten dreigen veel diersoorten te verdwijnen. Deze veranderde verhouding van essentiële voedingstoffen in de planten speelt door op dieren die ze eten. Ook de aanmaak van verschillende aminozuren, afweerstoffen en gifstoffen door de planten wordt beïnvloed door stikstofdepositie. Planteneters die niet kieskeurig zijn kunnen daarbij gaan overheersen, terwijl de specialisten sterk afnemen.”
Ook diersoorten die snel moeten kunnen groeien om in een seizoen voldoende generaties te kunnen maken, hebben het moeilijk door een tekort aan fosfaat in verhouding tot stikstof in de plant. ​ Insecten met een volledige gedaanteverwisseling (soorten met een larve- en popstadium) zoals vlinders, bijen en vliegen hebben daar meer last van dan soorten die dat niet doen omdat ze meer fosfor nodig hebben.
Door al die eigenschappen van soorten met elkaar te vergelijken concludeerden de onderzoekers dat een kleine groep alleseters voordeel haalt uit de extra stikstof en vaker voor plagen zal zorgen. Tegelijk ondervindt een veel grotere groep soorten nadeel van het stikstofoverschot waardoor ze achteruit zal boeren of in het slechtste geval zullen verdwijnen. “We zijn in België, zeker in bepaalde regio’s in West- en Oost-Vlaanderen, de wereldkampioenen in de stikstofuitstoot, met niveaus die van 40 kilogram stikstof per hectare, terwijl dat in een normaal natuurlijk milieu rond 10 kg/ha of minder bedraagt”, besluit Olde Venterink. “De effecten op diversiteit van de flora en dus ook de fauna zijn navenant.”
De bevindingen zijn onlangs gepubliceerd in het internationale tijdschrift Biological Reviews: Towards a mechanistic understanding of the impacts of nitrogen deposition on producer–consumer interactions