Grootschalig onderzoek bij 5491 thuiswonende 60-plussers in Vlaanderen en Nederland
De coronamaatregelen hebben een grote impact op het welzijn en het gedrag van thuiswonende ouderen. Dat blijkt uit de resultaten van een grootschalig onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Maastricht en HOGENT, bij maar liefst 5491 60-plussers - 3480 in Vlaanderen en 2011 in Nederland.
Raadpleeg VUB Press voor een overzicht van alle tabellen.
De groep onderzoekers heeft meer dan 15 jaar ervaring in het bevragen van thuiswonende ouderen en in het begeleiden van gemeenten bij hun lokaal ouderenbeleid. De bedoeling van dit onderzoek is om na te gaan hoe ouderen de coronacrisis beleven en welke impact die heeft op hun leven.
Het onderzoek loopt nog, maar uit een eerste tussentijds resultaat blijkt dat, als gevolg van de COVID-19 maatregelen, vooral de emotionele eenzaamheid (=het gemis aan een hechte en intieme band met één of meerdere dierbare personen) bij ouderen sterk is toegenomen, terwijl het aantal dat sociale eenzaamheid ervaart (= het minder contact hebben met andere mensen dan je wenst) nagenoeg gelijk blijft. Zo geeft 60% van de ondervraagden aan vaker dan voor de coronacrisis mensen om zich heen te missen.
Daarenboven ervaart bijna de helft van de 60-plussers een grotere leegte om zich heen dan voor de coronacrisis.
Het sociale netwerk van 60-plussers onder druk door de quarantaine-maatregelen
Niet elke zestigplusser gaat op eenzelfde manier om met de quarantainemaatregelen. Bij een derde van de deelnemers is vooral het contact met vrienden en kennissen afgenomen tijdens de quarantainemaatregelen. Ook blijkt ongeveer één op de vijf veel minder contact te hebben met de kleinkinderen of de buren. Omgekeerd is bij ongeveer 30% van de 60-plussers het contact met de eigen kinderen toegenomen en heeft zelfs een op de acht ook meer contact met de kleinkinderen.
De coronacrisis heeft voor sommige ouderen ook aanleiding gegeven om de banden met de ‘brussen’ (broers en zussen), vrienden en kennissen of buren nauwer aan te halen. Zo blijkt dat zowel in Nederland als Vlaanderen een vijfde van de 60-plussers vaker contact heeft met broers of zussen dan voor de coronacrisis. Daarenboven blijkt ook dat er in Vlaanderen (22,2%) en Nederland (17,3%) soms meer dan voor de coronacrisis contact is tussen ouderen en hun vrienden en kennissen.
Meer dan 75% van de deelnemende ouderen communiceert digitaal
Omdat fysiek contact tijdens de lockdown uit den boze is, moeten 60-plussers creatief zijn in het onderhouden van hun sociale contacten. Veel ouderen telefoneren vaker (54,2%) tijdens de coronacrisis (Ned:46,5%) en meer dan de helft is meer gaan ‘beeldbellen’ (58%) in deze periode (Ned: 49%). Het is opmerkelijk dat slechts een kwart van de deelnemers de weg naar het beeldbellen nog niet heeft gevonden (Ned:26%). Een kwart van de ouderen communiceert sinds de uitbraak van COVID-19 ook vaker via e-mail.
Impact op de activiteiten van 60-plussers?
We merken ook interessante positieve gedragsveranderingen bij ouderen tijdens de coronacrisis. Zo gaat meer dan een derde van de deelnemers vaker wandelen of fietsen (Ned: 24,2%). Daarenboven tuiniert 20-25% tijdens de coronamaatregelen vaker dan voorheen (Ned: 18,6%). Ook het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden aan of het opruimen van het huis, zijn populaire activiteiten. Een derde van alle respondenten geeft aan van de gelegenheid gebruik te maken om deze klusjes te klaren.
Ouderen zijn nadrukkelijk bezorgd om anderen. Zo zoekt zeker driekwart van de deelnemers contact met mensen van wie zij weten dat ze geïsoleerd zijn (Ned: 80,9%). Ouderen spelen ook een actieve rol in het ondersteunen van de buurt. Ruim een kwart van de 60-plussers helpt daadwerkelijk mensen uit de buurt die het moeilijk hebben door de coronacrisis (Ned: 26,5%). Daarenboven maakt een deel van de deelnemers (35,2%) aan het onderzoek zelf mondmaskers of helpt met de verdeling ervan (Ned: 14,1%).
Onderzoeksteam
Het onderzoek is een samenwerking tussen Hogeschool Gent Verpleegkunde, Universiteit Maastricht - Vakgroep HSR/Academische Werkplaats Ouderenzorg-ZL en Vrije Universiteit Brussel Agogische Wetenschappen & Huisartsgeneeskunde en chronische zorg. Het onderzoeksteam bestaat uit Jorrit Campens, Nico De Witte, Tinie Kardol, Deborah Lambotte, Jos Schols, Dominique Verté en Emily Verté.