Nelson Mandela is hét boegbeeld van de strijd tegen het Zuid-Afrikaans apartheidsregime. In 1962 werd hij als leider van de militaire tak van het ANC gearresteerd en vanaf 1964 zat hij ‘levenslang’ op Robbeneiland, tot 1990. Na zijn vrijlating werd Mandela in 1994 president van Zuid-Afrika. Een jaar daarvoor reikte de VUB hem een eredoctoraat uit voor zijn vreedzame strijd voor gelijkheid, het welzijn van de Zuid-Afrikaanse zwarte bevolking en zijn betrokkenheid en solidariteit met verdrukte volkeren wereldwijd. Maar Mandela was niet de eerste Zuid-Afrikaanse activist die de gebouwen van de VUB betrad.
In 1971 behaalde Gert Johannes ‘Jakes’ Gerwel (1946-2012) als internationaal beursstudent een licentiaat in de Germaanse filologie aan de VUB. Een jaar later gaf Gerwel enkele maanden les in Bracefield Primary, een schooltje dat was opgericht onder de impuls van zijn ouders, boeren uit de omgeving. Kort daarop ging Jakes Gerwel Afrikaans en Nederlands doceren aan de University of the Western Cape (UWC). In 1979 keerde Gerwel terug naar de VUB om zijn doctoraat in de Germaanse literatuur te behalen met de thesis ‘Literatuur en Apartheid’. In 1980 werd hij aan het UWC tot professor en hoofd van het Department Afrikaans and Dutch benoemd en amper twee jaar later tot hoofd van de Faculty of Arts.
Voor zwarte mensen geen plaats
Professor Gerwel was een uitzonderlijke, moedige en baanbrekende Zuid-Afrikaanse intellectueel, geleerde, leider, activist en burger met een diep engagement voor gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en democratie. Als product van historisch achtergestelde scholen in de Oostkaap moest hij vechten tegen het dictaat van het regime waarin er voor zwarte mensen geen plaats was. In een land dat nog altijd voor de grote uitdaging staat om het onderwijs te verbeteren en het potentieel van alle jongeren te benutten, is hij een voorbeeld geworden van de plattelandsjongen die onder ongunstige omstandigheden opmerkelijk succes boekte, en een bron van inspiratie voor generaties na hem.
Intellectual Home of the Left
Gerwel had inmiddels de UWC-afdeling Afrikaans en Nederlands uitgebouwd tot de grootste aan een Zuid-Afrikaanse universiteit, precies op het moment dat de radicale gemeenschap zich fel uitsprak tegen het Afrikaans als taal van de onderdrukker. Na zijn aanstelling als rector van het UWC in 1987 verwierp Gerwel, als fervent voorstander van de zwarte bewustzijnsideologie van Steve Biko (die in 1977 op gruwelijke wijze vermoord was door het regime), onomwonden de apartheidsbeginselen waarop de UWC was gebaseerd. Hij wilde een universiteit die zich zou verbinden met mensen en instellingen die werkten aan een fundamentele verandering van de oude koloniale orde. Tegelijk transformeerde hij de universiteit tot een ‘Intellectual Home of the Left’, een thuis voor degenen die zich openlijk verzetten tegen de onmenselijke politiek van de regering. Die geweldloze strijd tegen de apartheid op de campus intensiveerde onder zijn leiding. Studenten prezen Gerwel als de man die tussen hen en de Casspirs (zwaarbewapende pantservoertuigen van de Zuid-Afrikaans oproerpolitie) stond.
Politieke carrière
In 1987 was Gerwel lid van de historische delegatie naar Dakar die gesprekken voerde met leden van het ANC die op dat moment in ballingschap leefden. Aan de conferentie namen onder meer Thabo Mbeki (de latere opvolger van president Mandela), Pallo Jordan (die werkte voor het ANC in Londen en ternauwernood een bomaanslag van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten overleefde), Frederick van Zyl Slabbert (tussen 1979 en 1986 leider van de officiële oppositie in het toen nog witte parlement van Zuid-Afrika), mensenrechtenactivist Franklin Sonn en de schrijvers Breyten Breytenbach en André Brink.
Gerwel werd in 1991 verkozen in het regionale comité van het ANC voor de Westkaap, maar zette zijn werk aan de UWC voort. In 1994 kreeg hij echter een belangrijk telefoontje van Zola Skweyiya, de toenmalige minister van Openbare Diensten en Bestuurszaken, met de vraag of hij bereid was directeur-generaal van het kabinet van president Mandela te worden. Hij bleek al gauw geknipt voor de rol omdat hij ervaring had met het transformeren van een instelling, op een moment dat heel Zuid-Afrika moest transformeren. Voor Mandela zelf werd Jakes vooral zijn persoonlijke speechschrijver, adviseur, rechterhand en vriend.
Grote rol
Jakes Gerwel speelde een grote rol bij de overgang van de apartheid naar de totstandbrenging van een constitutionele democratie en werd internationaal gerespecteerd in regeringskringen. Gerwel was lid van verschillende regerings- en kabinetscomités, voorzitter van het permanent comité van hoge ambtenaren van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) en presidentieel gezant bij verschillende internationale missies. Zo was hij Mandela's gezant bij de onderhandelingen over de uitlevering van de twee verdachten van de Lockerbie-vliegtuigbomaanslag. Voor deze dienst kende Mandela hem in 1999 de Orde van het Zuiderkruis toe.
Na Mandela’s presidentschap hield Gerwel toezicht op een aantal van Mandela's filantropische stichtingen en beursfondsen, en werd hij in 1999 rector van de Rhodes Universiteit. Gerwel zat daarnaast ook in verschillende Raden van Bestuur van onder meer een mediabedrijf en een holding van zorginstellingen. Naaste vrienden verklaarden dat hij daar niet zat als zakenman, maar dat hij de stap zette omdat het Zuid-Afrikaanse bedrijfsleven nood had aan gewetensvolle mensen.
Jakes Gerwel ontving eredoctoraten aan Clark College Atlanta, City University of New York, University of Cape Town, University of the Western Cape, Rhodes University, University of the Witwatersrand, University of Natal, University of Missouri-Columbia, Stellenbosch University, University of the Free State, University of Pretoria, Nelson Mandela Metropolitan University en de Monash University.
Op 26 november 2012 overleed professor Jakes Gerwel aan de gevolgen van een bypassoperatie.
Leer meer over het apartheidsregime
Nadat in Zuid-Afrika de Nationale Partij in 1948 aan de macht kwam, voerde deze al snel regels voor een officiële rassenscheiding in. Huwelijken tussen mensen van verschillende achtergronden werden verboden en speciale scholen voor mensen van kleur gesticht. Zij moesten pasjes bij zich dragen in 'witte' gebieden. Ordetroepen schoten in 1960 in Sharpeville 67 ongewapende demonstranten dood die protesteerden tegen deze passenwet, ANC en andere zwarte politieke organisaties werden verboden. In datzelfde jaar stemde de bevoorrechte bevolking in een referendum voor een breuk met de Britse monarchie, kort daarop ontstond de Republiek van Zuid-Afrika. Onder president Verwoerd werden 3,5 miljoen zwarte mensen met geweld verdreven naar speciaal daarvoor ingerichte thuislanden. Het ANC en het Pan Africanist Congress gingen over tot gewelddadige acties.
Op 16 juni 1976 werd in het zwarte district Soweto een protestmars gehouden en het protest sloeg over naar andere townships. Er kwamen economische sancties tegen Zuid-Afrika. De VS en het VK deden vooralsnog niet mee: Zuid-Afrika was leverancier van diamanten, platina en goud en men zag in het land een bondgenoot in de strijd tegen communistische bewegingen in Angola en Mozambique. Maar de internationale druk op de regering Botha werd onhoudbaar en ook de VS en het VK eisten nu onderhandelingen met de zwarte meerderheid. Botha werd opgevolgd door president De Klerk die in zijn openingstoespraak tot het parlement in 1990 de afschaffing van de discriminatiewetten aankondigde. Op 11 februari werd Nelson Mandela vrijgelaten. Ruim drie jaar later keurden 21 politieke partijen een nieuwe nationale grondwet goed. Na democratische verkiezingen kwam er een meerderheidsregering met aan het hoofd Nelson Mandela.